Einde van de wereld bestemming
31 juli 2017 - Cat Ba Island, Vietnam
Terwijl we nog bijkomen / nagenieten van alle drukte in Hanoi zijn we na een bijzondere rit aangekomen op een plek waar we bijna geen mens tegenkomen en onze bestemming zelfs aan een doodlopende weg ligt. Er zijn meer rotsen, geiten en straathonden dan mensen. (Een uithoek van) Cat Ba is een soort Venetië van Vietnam, één van de vele eilanden die dit land te bieden heeft en alleen bereikbaar is per boot. Geen (toeristisch) Ha long Bay voor ons want we gaan heel avontuurlijk op ons gevoel af door voor een ander eiland te kiezen dan standaard geadviseerd wordt. Avontuurlijk is het wel want onze 6 uur durende reis vanuit Hanoi gaat als volgt; eerst de bus, dan de (speed)boot, dan weer de bus, dan een klein bootje en vervolgens met backpack en al achterop een scooter op weg naar het door mij via Booking.com uitgezochte Nature Appartement.
Als je je dus goed beseft dat het niet (alleen) gaat om de bestemming maar ook om de reis ernaartoe, dan vielen wij vandaag met onze neus in de boter. Juist die momenten onderweg op het water waren filmachtig mooi. Volgens mij zou deze plek zo in aanmerking komen voor een fraaie (achtervolgings)scène in een James Bond film. Enorme rotsblokken die kunstig in het water staan te schitteren als heuse paradepaarden. Meer mensen vonden deze plek bijzonder en kozen ervoor om er te gaan wonen. Helemaal niet ingewikkeld in die rotsen maar gewoon, drijvend op het water en meteen maar met hele dorpsgemeenten (inclusief honden en katten) tezamen. Deze mensen doorleven echt de essentie van de eenvoud (misschien noodgedwongen omdat de meesten maar weinig te besteden hebben). Voornamelijk zelfvoorzienend, ik vermoed dat ze naast groente, rijst en fruit elke dag vis eten die zij zelf vangen. De vraag komt bij me op; Wat zouden deze mensen zoal de hele dag doen? – Misschien doen ze wel niet zoveel en hebben zij de kunst van het ‘zijn’ al volledig onder de knie en kan ik eens in de leer gaan bij ze .
Eenmaal aangekomen bij onze cabana (met airco en klamboe), besloten we om twee fietsen te lenen. Als echte Nederlanders sprak dit ons meteen aan, want een ritje op de leenfiets was namelijk gratis. Eenmaal aangekomen bij de fietsen begrepen we ook goed waarom. Naast dat er ongeveer aan elke fiets wel iets mankeerde (lekke band, missende trappers) stonden de fietsen ook afgesteld op maatje ‘Vietnamees’ ofwel; met onze gemiddelde Nederlandse lengte kwamen onze knieën eenvoudig tegen het stuur aan en voelde het alsof we op 2 kinderfietsen rondreden. Dit mocht de pret niet drukken en we maakten een leuk tochtje door het natuurpark. Guus durfde het zelfs aan om even in het water te springen (met een watertemperatuur van 30+ graden).
Vervolgens hadden we gehoord over een trail met fantastisch uitzicht. Met de beklimming van de tafelberg in Zuid-Afrika nog vers in m'n geheugen, dacht ik dat dit wel mee moest vallen. Helaas, het was een overtreffende trap. Als mieren op een enorme rots gingen we van start, eigenlijk een wandeling vooral geschikt voor atleten of enorme doorzetters, en al zuchtend en steunend kwam ik boven. We hebben natuurlijk ook wel enigszins een steekje loszitten om dit met 30+ graden te doen maar gelukkig heb alleen ik hier last van, Guus was nog zo fit als wat. Door het uitzicht boven werden we beloond en wat kun je je klein en nietig voelen tussen de grote, krachtige natuur.
Hoewel het enorm mooi is hier, in de middle-of-nowhere, is het voor nu misschien nog iets te hoog gegrepen voor ons. Het contrast met Hanoi is groot en deze locatie doet een beetje denken aan het reisprogramma 'het einde van de wereld'. Morgen gaan we verder naar Tam Coc, op een plek iets meer in de bewoonde wereld. Fijne dag iedereen!
Heel erg veel plezier!!!
groetjes
Op naar de volgende locatie ben benieuwd wat daar weer gaat gebeuren.